Schotspellen


Om schotoefeningen meer wedstrijd gerelateerd te maken, kan je er als trainer spelletjes van maken. Op deze manier komt er een wedstrijdelement in voor de spelers, namelijk het willen winnen van het spelletje. Dit kan een goede manier zijn om extra spanning aan een oefening toe te voegen en zo de oefening meer te koppelen aan wedstrijdspanning.

Van een oefening een wedstrijdje te maken is niet ingewikkeld. Je kan een schotoefening bijvoorbeeld gebruiken, en hier een wedstrijdje van maken door te zeggen dat de korf die als eerste 10 doelpunten maakt wint. Maar er zijn ook oefeningen die je hier iets beter voor kunt gebruiken dan anderen. Hieronder volgen een aantal schotspellen die een wedstrijdelement toevoegen aan je training.

Schotspel 1
De oefening wordt uitgevoerd in tweetallen. De bal is onder de korf en er staat een schutter op 5 meter. De schutter gaat rond de korf scoren op 4 posities: voor de korf, links van de korf, achter de korf en rechts van de korf. Pas als de schutter scoort, mag hij of zij door naar de volgende positie. De schutter begint voorin, als hij scoort gaat hij naar links of rechts van de korf, en zo door totdat de schutter alle 4 de posities heeft gehad. Als de schutter op positie 4 heeft gescoord, gaat deze terug naar 3, dan naar 2, en als op 1 is gescoord is de oefening klaar. De schutter scoort dus uiteindelijk 7 maal voordat de oefening is afgelopen.

Je kan er voor kiezen bij de eerste die klaar is te stoppen, je kan er ook voor kiezen door te gaan tot er 3 klaar zijn. Ook kan het leuk zijn om er een competitie van te maken, en de tijd bij te houden. Als je de oefening meerdere keren in het seizoen doet en de snelste onthoudt of opschrijft, heb je aan het einde van het seizoen een kampioen.

Schotspel 2 
De oefening wordt uitgevoerd in tweetallen. Voor elk tweetal staat er een korf in een cirkel/vierkant. Met een groep van 16 spelers staan er dus 8 korven in een vierkante/ronde/ovale opstelling. Elk tweetal heeft 1 bal. De bedoeling van het spel is zo snel mogelijk op alle korven 2 keer gescoord hebben. Ieder tweetal begint bij zijn eigen korf. Schutter 1 gaat een doelpunt maken, zodra er wordt gescoord, wisselen de spelers om en gaat schutter 2 schieten. Als schutter 2 ook heeft gescoord, schuift het tweetal door naar de korf, ongeacht of het koppel daar nog bezig is of niet. Op deze korf begint schutter 1 weer en probeert zo snel mogelijk een doelpunt te maken. Zodra hij of zij scoort, wisselen de spelers om en gaat schutter 2 weer schieten. Als ook die heeft gescoord, schuift het tweetal door naar de volgende korf. Zo gaat de oefening verder tot een tweetal weer terug is bij zijn eigen korf. Het kan voorkomen dat er bijvoorbeeld 3 tweetallen bij een korf bezig zijn en twee korven leeg zijn. Dat is niet erg, de spelers moeten alleen wel oppassen dan met waar ze gooien.